“Elatik moet goedkope woorden terugnemen”
De fractie van Méérbelangen is verontwaardigd over uitlatingen die Fatima Elatik afgelopen woensdag deed in Het Parool. In een interview suggereerde de pas herbenoemde stadsdeelvoorzitter dat de oppositie in stadsdeel Oost het op haar gemunt heeft omdat zij moslim is, van Marokkaanse afkomst, lid van de PvdA en omdat zij een hoofddoek draagt. Fractievoorzitter Bas van Vliet vindt dat Elatik deze aperte onjuistheid moet terugnemen.
“Deze insinuatie is zo goedkoop dat ik er wel op móet reageren”, zegt Van Vliet. “Het is jammer dat iemand die zich zo laat voorstaan op haar bindende eigenschappen, zo uit de bocht vliegt. Als Fatima Elatik even nadenkt, weet ze zelf ook dat er niets van deze aantijging klopt.”
Van Vliet wijst erop dat Elatik in mei jongstleden met 27 van de 29 stemmen is gekozen tot stadsdeelvoorzitter. “Aangezien de coalitie twintig van de 29 zetels in de deelraad Oost heeft, kan het niet anders dan dat minstens zeven leden van de oppositie vóór haar benoeming hebben gestemd. En waarom zouden we dat doen als we collectief een hekel hadden aan moslims, Marokkanen, PvdA’ers en hoofddoeken?”
Gebrekkig functioneren
Elatik kan zich volgens Van Vliet beter afvragen waarom er afgelopen dinsdag bij haar herbenoeming van die ruime meerderheid nog maar achttien stemmen over waren. Die uitslag geeft namelijk aan dat zij in de afgelopen zeven maanden niet alleen de steun van de oppositie heeft verspeeld, maar ook die van twee leden van de coalitiepartijen. “De reden voor deze dramatische afkalving van de steun heeft niets te maken met Elatiks geloof, afkomst, politieke voorkeur of kledij, maar alles met een gebrekkig functioneren als lid van het Dagelijks Bestuur”, vat Van Vliet samen.
De Méérbelangen-fractievoorzitter zet nog meer uitspraken van Elatik in het interview recht. “Ook haar bewering dat ‘de oppositie’ zou hebben geweten dat ‘bevoegde instanties’ om veiligheidsreden een auto voor haar hadden gehuurd, is onjuist. Het stadsdeel heeft ons daar nooit enige mededeling over gedaan en wij hebben hierover ook niet uit andere bron vernomen. Als mevrouw Elatik, als voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Oost, de raad en in ieder geval de fractievoorzitters, hierover behoorlijk had geïnformeerd, zoals artikel 169 van de Gemeentewet voorschrijft, dan had de raad zijn budgetrecht en controlerende taak kunnen uitoefenen en had Elatik recht van spreken gehad. Nu zij dit heeft nagelaten, doet zij er verstandig aan haar woorden terug te nemen en aan het werk te gaan in plaats van interviews te geven.”
Van Vliet voegt toe: “Toen ik Elatik afgelopen dinsdag feliciteerde met haar herbenoeming, zei ze dat we zaken in dit stadsdeel sámen voor elkaar moeten krijgen. Met uitlatingen als in dit interview, zijn we daar nog ver van verwijderd.”