Vragen over aanduidingen straatnaamborden
Méérbelangen stelt hierover schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur (DB) van de Stadsdeelcommissie
Inleiding
Het is onze fractie opgevallen dat er binnen het stadsdeel geen consequent beleid is in de informatie bij straatnaamborden. Zo wordt op sommige straatnaamborden informatie gegeven over de persoon naar wie de straat is genoemd en op de meeste borden niet.
Voor wat betreft de onderborden, waarop wordt aangeduid in welk gedeelte van het stadsdeel de betreffende straat ligt, wordt wisselende informatie gegeven. Bij voorbeeld, straatnaamborden in de Van ’t Hofflaan, gelegen in de buurt Tuindorp Frankendael (Jeruzalem) in de Watergraafsmeer zijn wisselend voorzien van het onderbord of de aanduiding “Watergraafsmeer”, “Oost-Watergraafsmeer” of “Oost”.
Naar aanleiding hiervan heeft onze fractie de volgende vragen.
Vragen
1) Wie beslist –los van de straatnaam zelf- over de overige aanduidingen op de straatnaamborden of onderborden?
2) Waarom is er na afschaffing van de stadsdelen voor gekozen om een buurt anders aan te duiden dan voor invoering van de stadsdelen (zoals is gebeurd met de aanduiding “Oost” in het gebied dat voor invoering van de stadsdelen werd aangeduid met “Watergraafsmeer”)?
3) Is er een stedelijke beleidslijn voor het voeren van dergelijke aanduidingen, bijvoorbeeld met het oog op de grootte van het betreffende gebied, historische context of onderscheidend vermogen?
4) Worden binnen het stadsdeel Oost thans nog andere vermeldingen gebruikt dan “Oost”, zo ja, welke aanduidingen?
5) Acht u de vermelding “Oost” voor alle straten in het Stadsdeel zinvol en voldoende onderscheidend vermogen hebben?
6) Bent u het met de fractie van Méérbelangen eens dat de straten gelegen in het gebied van de voormalige gemeente Watergraafsmeer, althans van het voormalige stadsdeel Watergraafsmeer, althans van de polder Watergraafsmeer, dienen te zijn voorzien van de –historisch en geografisch juiste- vermelding “Watergraafsmeer”?